
Als het tij verloopt, verzet men de bakens
Het mentaal welzijn staat danig onder druk door de pandemie, onzekerheid, gebrek aan voorspelbaarheid, … thuiswerk en dan weer verplicht naar het werk, … De afgelopen maanden schreef ik menig beleidsrapport binnen de Hoge Gezondheidsraad over het belang van een strategische aanpak rond mentaal welzijn. De lancering op 22.11.2021 van het federaal actieplan mentaal welzijn waar verschillende Ministers de handen in elkaar slaan, klinkt me dan ook als muziek in de oren. Als het tij verloopt, verzet men de bakens” – maar die bakens verzetten is niet altijd en voor iedereen gemakkelijk. De enige manier om ze te verzetten en ons volledig aan te passen, is door afspraken te maken, samen.
“Als het tij verloopt, verzet men de bakens”
We leven in de “eeuw van de aanpassing”. Sinds de ingang van de technologische revolutie staat aanpassing centraal: Aanpassing aan nieuwe technologische snufjes, aanpassing aan de versnelling van het dagelijks leven, aanpassing aan de veranderingen die deze vooruitgang op de werkvloer veroorzaakte.
Als academicus, innovator en als klinisch psycholoog die dagelijks in contact staat met bedrijven én patiënten, ben ik elke dag bezig met het mentaal effect van deze aanpassingen. De hamvraag voor mij: hoe kunnen we onszelf en anderen resistenter maken tegen de stress van de veranderingen en zichzelf – ongeacht de context – de beste versie van zichzelf laten zijn? Ook binnen de werkgroep ‘mentaal welzijn & covid’ van de Hoge Gezondheidsraad trachtte ik die hamvraag te beantwoorden.
En daaruit blijkt steeds opnieuw: aanpassing gebeurt niet op 1-2-3. We verzetten de bakens niet zomaar.
Het effect van de technologische revolutie werd al snel duidelijk: de laatste jaren steeg het onwelbevinden. De cijfers van uitval volgen eenzelfde trend.
Ook bij deze coronacrisis merken we dat zowel het aanpassen als individu aan de noodzakelijke wisselende maatregelen als het ons aanpassen als maatschappij aan virussen die zich niet laten controleren, moeizaam loopt. Om uit deze pandemie te raken is dat echter noodzakelijk; we moeten leren leven met een virus en dat vraagt aanpassing.
Vandaag volgt het mentaal welzijn als het ware het patroon van de pandemie en maatregelen. Meer zelfs: het voer mee op de baren van de coronagolven. Hoe strikter de te volgen maatregelen en hoe langer we de te volgen maatregelen dienen aan te houden, hoe groter de impact op het mentaal welzijn. Het gebrek aan keuzevrijheid, de onzekerheid van wat de toekomst brengt en het gemis aan menselijke interactie, eisten het afgelopen jaar zijn tol.
Maar het mentale welzijn van de meerderheid van de bevolking verbeterde snel in ‘het rijk van de vrijheid’. De zomer gaf de nodige zuurstof waardoor we opnieuw konden openbloeien. We pasten ons weer aan – vol hoop – met een opflakkering van onze veerkracht als gevolg. We zagen afgelopen zomer zelfs weer een glimp van ons normale leven.
Maar jammer genoeg is elk herstel grillig.
Vandaag krijgen we opnieuw een klap in het gezicht. Waar de meesten onder ons dachten dat we in een opwaartse beweging zaten door de vlotte vaccinatiecampagne en “het rijk van de vrijheid” lijkt dat rijk nu opnieuw gesloten. De druk op onze ziekenhuizen en ons zorgpersoneel en alsmaar stijgende besmettingscijfers zijn een koude douche die we opnieuw dienen te verteren.
Opnieuw blijkt dat we opnieuw een golf zullen moeten trotseren. Opnieuw zullen we moeten doen wat moet: ons aanpassen. De afgelopen maanden hebben we ons samen zeer sterk getoond. Wat we de afgelopen maanden hebben neergezet samen, bewijst dat we een groot aanpassingvermogen bezitten.
We blijven dan ook hoopvol. We verwachten dat het mentaal welzijn van de algemene bevolking zich opnieuw vlot zal herstellen van zodra de vierde golf opnieuw is gaan liggen.
Als het tij verloopt, verzet men de bakens, maar dat doet niet iedereen even makkelijk.
Elke Belg heeft enorme inspanningen geleverd om door de eerste drie golven te geraken. Het lichaam is uitgeput. Het verlies van de onbezorgdheid begint te wegen. Ongeveer een op vier Belgen staat vandaag dan ook in het ‘rood’. In sommige bevolkingsgroepen liggen de cijfers nog veel hoger. Met de werkgroep ‘mentaal welzijn & covid-19’ van de Hoge Gezondheidsraad schreven we ondertussen 4 adviezen en volgen we de wetenschappelijke inzichten op via de Belgian Mental Health data Repository. Hieruit weten we dat wat niet goed liep voor de pandemie, nu nog slechter loopt!
Enkele groepen hebben op dit moment meer te lijden onder geestelijke gezondheidsproblemen. Denk bijvoorbeeld aan adolescenten, mensen die al bestaande aandoeningen hebben of mensen met een lagere sociaaleconomische status. Vooral mensen die nu al maanden kampen met financiële onzekerheid, zijn nu extra kwetsbaar. En dan spreken we over onze zelfstandigen en ondernemers waar het gebrek aan voorspelbaarheid hun mentaal welzijn aantast. Die specifieke groepen hebben het dus moeilijker en dat moeten we vooral erkennen en aanpakken.
Ook al verwachten we dat de meerderheid van de algemene bevolking zich vlot zal herstellen qua veerkracht en welzijn, zullen de kwetsbare groepen hierbij ondersteuning nodig hebben. De coronacrisis heeft sociale ongelijkheden versterkt. Er is een welzijnsongelijkheid ontstaan. Dit betekent eigenlijk dat de pandemie ook op het vlak van welbevinden een grote kloof heeft geslagen: zij die al een kwetsbaarheid vertoonde voor de pandemie, zijn nog kwetsbaarder en kunnen die niet zelfstandig terug herstellen. Ook het gebrek aan sociale interactie tijdens een periode van lockdown werkt dit in de hand.
Niet iedereen is op dit moment oké. Sommige mensen ploeteren al een tijdje, voor sommigen is dit de druppel. Het is belangrijk dat we goed onthouden: het is oké om niet oké te zijn.
En dus hebben sommige mensen hulp nodig om zich aan te passen. Het moedigste wat we allen kunnen doen, is hulp te vragen op momenten waar we zelf geen perspectief meer zien. En dat is voor mij een gedeelde verantwoordelijkheid. Het is aan ieder van ons om aan te geven dat het niet ok is. En dus moeten we inzetten in leren detecteren van wanneer stress ziekmakend wordt bij jezelf en bij anderen. En wanneer iemand dan aangeeft dat hij of zij niet ok is, heeft hij of zij recht op een luisterend oor. En sterker nog: verdient deze hulpvraag een goed antwoord. Een strategische aanpak rond sensibilisatie en preventie dringt zichzelf op.
We hebben met zijn allen te lang de mensen die zich niet goed in hun vel voelen in een hoekje geduwd. Het is vijf nà twaalf. We moeten nu de aandacht leggen op sensibilisatie, detectie, zelfredzaamheid en samen bouwen aan veerkracht. Thuis én op het werk!
Ook op het werk moeten we samen waken over de mentale gezondheid. In een samenleving waar iedereen iemand kent met een burn-out en misschien nog meer collega’s kent die gebukt gaan onder teveel stress om welke reden dan ook, is het nu eenmaal tijd voor verandering. Zelfs wanneer we allemaal van thuis werken en thuiswerk de nieuwe norm is.
Op dit moment voelen we dat permanent telewerk doorweegt. We zijn de eenzaamheid en het gevoel van sociale isolatie van de afgelopen lockdowns nog niet vergeten. De omschakeling naar – opnieuw – verplicht telewerk valt dus zwaar. De fysieke afstand weegt op onze communicatie, ons gevoel van tot het team te behoren en de ervaren waardering en erkenning. Onze creativiteit verwelkt door het gemis aan toevallige ontmoetingen die doorgaans plaatsvinden rond de waterfontein of het koffiemachine. Alle beschikbare data tonen dat wanneer een organisatie geen goed telewerkbeleid heeft, de negatieve effecten, het potentieel voordeel van telewerk, teniet doet. Een goed uitgedacht telewerkbeleid kan leiden tot meer flexibiliteit, inclusie en diversiteit. Iedereen zou moeten weten wanneer hij of zij beschikbaar of bereikbaar moet zijn. En de verwachtingen dienen nog scherper gesteld wanneer we ver uit elkaar werken. Maar zet ook in op herstelmomenten: wandelen, informele gesprekken en plezier! Onze leidinggevenden werken hard onder telewerk; Europees onderzoek geeft aan dat onze leidinggevenden makkelijk tot 3u meer werken per week omdat ze eenieder van het team extra aandacht willen geven. Voorzie dus voldoende ondersteuning voor deze leidinggevenden.
Ik wil graag een oproep doen aan alle werkgevers: werk is zeer belangrijk voor het mentaal welzijn van jouw werknemers. Een een gelukkige werknemer, die werkt nu eenmaal beter. Steek dus tijd in het mentale welzijn van werknemers. Investeer in omscholing van werknemers en programma’s die werkhervatting mogelijk maken. Onderzoek leert ons immers dat wanneer we hierin investeren, de naweeën van moeilijke tijden korter zijn.
En ook aan de werknemers doe ik graag een oproep: wees lief voor jezelf en voor je collega’s. Maak afspraken met jezelf: Verzorg jezelf goed in telewerk, ga op tijd en stond genieten van buitenlucht en zorg nog steeds voor contact met collega’s, al is het dan online.
En onthoudt: “Als het tij verloopt, verzet men de bakens” – maar die bakens verzetten is niet altijd en voor iedereen gemakkelijk. De enige manier om ze te verzetten en ons volledig aan te passen, is door afspraken te maken, samen. “
Ik dank u.